April 1997. We staan in de kerk in het stadje Târgu-Neamţ. In onze handen een grote, kromtrekkende en druipende kaars. Naast ons het kersverse bruidspaar Alexandra en Gabriël, met naast hen de andere peetouders Emilia en Matei. In dit deel van Roemenië wordt de bevestigingsdienst in de kerk door de meeste mensen veel belangrijker gevonden dan de burgerlijke ceremonie, vergelijk het met de opvattingen van Nederlanders in de 'bible-belt'.
Ik zie er nog wel redelijk normaal uit, maar Ada is 's morgens door de schoonheidsspecialiste bewerkt en ziet er uit als voor een optreden in een spookhuis. We wisten wel dat Roemeense vrouwen niet vies zijn van opmaken, toch waren we stevig verrast door de opvatting dat je voor een extra feestelijke gebeurtenis ook extra dik moet worden opgemaakt. Nou ja, leuk voor het fotoalbum.
We waren niet alleen verrast door de feestuitdossing, eigenlijk waren we overvallen door veel meer. Niet door het feit dat we heel gemeend door Alexandra waren gevraagd om haar Naşa en Naşu te worden, maar wel doordat iedereen er kennelijk niet bij stil had gestaan dat het peetouderschap voor ons compleet nieuwe taken inhield. Of misschien hadden ze dat niet benadrukt omdat we mogelijk van de rol zouden afzien?
Nu stonden we daar pontificaal naast het bruidspaar voor het altaar. Geta, haar moeder, was zo'n beetje alles aan het organiseren, zorgen voor snoepjes na de dienst bijvoorbeeld. Later werd het ons duidelijk dat dit een duidelijke stap terug laat zien van de moeder. Als ouder lever je je kind af in de volwassenenmaatschappij en maak je plaats voor nieuwe raadgevers in het Leven. Bij de geboorte kiezen de ouders peetouders voor het kind, nu kiest het kind zelf wie ze vanaf nu beschouwt als belangrijkste raadgevers. Trouwen betekent een nieuwe man en nieuwe ouders.
Voor ons was het niet te doen om te volgen wat de priester allemaal deed en zei. We hadden dus alle tijd om alle wandschilderingen in de kerk te bekijken. Die moeten voldoen aan strikte normen wat betreft alle afgebeelde heiligen, maar er is ook wel ruimte voor een eigen toets van de kunstenaar. Zo zijn er in Agapia prachtige en realistische stukken van Grigorescu te zien die ver uitstijgen boven de primitief aandoende weergaven van de Bijbelverhalen in de meeste kerken en basilieken. Al zijn er verschillen, de sfeer in veel Oosters Orthodoxe kerken is duidelijk anders dan in het westen. Lijkt de bouw en inrichting in het westen bedoeld om te imponeren, in Oost-Europa voelt het (voor mij althans) meer deprimerend. Dat wordt waarschijnlijk versterkt doordat de boodschap veel meer in beelden lijkt vastgelegd, en ook beperkt tot het Nieuwe testament. De diensten zijn al net zo versteend en compleet vastgelegd in formulieren en vaste rites. Er is soms wel ruimte voor een persoonlijk woord van de priester, maar dat blijft beperkt. In de trouwdienst moet je maar net het geluk hebben dat de priester je goed kent en er wat van maakt.
Al met al krijg je de indruk dat de traditie hier sterk zijn werk doet, en dat de beeldtaal en de formulieren dit in stand houden. Zoals een stripverhaal je zijn inhoud gemakkelijk maar beperkt laat beleven, is het niet vanzelfsprekend dat je voor jezelf het verhaal achter het verhaal gaat zoeken. Laat staan dat je als gewone gelovige verder op de materie studeert en naar de betekenis van dingen voor jezelf zoekt.
Het is niet verwonderlijk dat uiterlijk vertoon een belangrijk deel van de geloofsbeleving is. Als Gabriël een kerk passeert, slaat hij gegarandeerd een aantal kruisen, waar wij liever zouden zien dat hij de handen aan het stuur houdt. Maar voor hem gaat de religie boven alles. 'Als het je tijd is ga je toch wel'.
Het kan niet anders of voor veel mensen betekent deze traditionele geloofsbeleving ook een soort overgave die niet ver af staat van defaitisme: je leven is in Gods hand en dat maakt dat wij daar zelf niet veel invloed op hebben. Dat kan ook uitlopen in dronken achter het stuur kruipen, want een ongeluk veroorzaken of krijgen is toch al bepaald door de Heer.
Maar nu staan we zelf vooraan, naast het bruidspaar en tegenover de priester. Die respecteert de keuze van Alexandra en zegt dat hij het prima vindt dat wij als westerse protestanten zomaar deel uitmaken van hun orthodoxe viering. Zeker als het geen kwaad kan: op een zeker moment lopen we een aantal keren zingend achter elkaar aan door het koor van de kerk rond het altaar. Het hoort bij het ritueel waarbij bruid en bruidegom met een gouden kroon worden getooid, alles om aan te geven hoe hoogstaand het huwelijk wordt gezien. Intussen worstelen wij met onze kaarsen. Die zijn anno 1997 nog niet van een hoge kwaliteit, dus in de warme kerk en onze handen trekken ze krom en zijn wij gedwongen om ze zo'n beetje jonglerend heel te houden. Daarvoor hoeven we gelukkig de Roemeense taal niet machtig te zijn. Als de priester en de echte gelovigen in het voorbijgaan ook de icoon van de Madonna met kind kussen, geeft de priester snel aan dat hij dat niet van ons verwacht. Misschien om ons te sparen, maar wie weet toch ook wel om te voorkomen dat we de icoon ontheiligen.
Overigens lijkt een orthodoxe dienst in zekere zin vrijblijvender dan een kerkdienst bij ons. Sommige gelovigen zijn voor het begin van de dienst al in de kerk en blijven daar tot het eind. Maar het is heel gewoon dat je maar een deel bijwoont. Niemand kijkt ervan op als je midden in de dienst even naar buiten loopt om even wat anders te gaan doen. Gewoonlijk duurt een dienst ook twee tot drie uur en soms nog langer. Misschien wordt een en ander ook wel in de hand gewerkt doordat de dienst voor het overgrote deel bestaat uit het reciteren en zingen van het bij de dienst behorende formulier. De gelovigen hebben geen actieve rol, de priester en een koortje verzorgen de liturgie. Dus daarvoor word je niet gemist als je een poosje weg bent. Bovendien wordt even weggaan makkelijk gemaakt doordat de gemeenteleden staan in de kerk. Er zijn maar een paar stoelen of bankjes voor wie alleen kan zitten. En er is natuurlijk een soort hoge troon voor de patriarch als die komt. Na de inzegening van de kerk blijft die zetel meestal leeg...
Na 1991 was de Roemeens Orthodoxe Kerk weer vrij, na het communistische bewind. Sindsdien zijn veel kerken opnieuw in gebruik genomen en nieuwe basilieken gebouwd. Daarnaast zijn veel kloosters ontstaan of uitgebreid. Die kloosters staan vaak afgelegen in bossen, vaak op bergtoppen of buiten de dorpen. Voor veel Roemenen was het geen onaantrekkelijke keuze om kloosterling te zijn. Weliswaar kun je niet trouwen, maar je komt wel aan de kost. Veel kloosters hebben een specialiteit waarmee geld wordt verdiend, zoals iconen schilderen of priesterkleding maken. Daarnaast levert het klooster ook diensten zoals bidden voor gelovige armen of overledenen. De mensen betalen daarvoor.
Natuurlijk zijn er aparte kloosters voor vrouwen en mannen. Vaak is er een opvallend verschil in sfeer. Vrouwenkloosters hebben vaak een gemoedelijker uitstraling, ook doordat er vaak prachtige stille tuinen zijn aangelegd waarin je echt tot rust komt. De mannenkloosters zijn minder sereen. Daar heerst vaak een strenge sfeer, meer traditioneel, met weinig natuurschoon en veel indrukwekkende artefacten die vaak eeuwenoud zijn.
De gebedstijden worden aangegeven met een kunstig geslagen ritme op de Toaca, een hardhouten plank waar met houten hamers op wordt geslagen. Het geluid draagt heel ver en is een genot om naar te luisteren. Vaak zijn het ware kunstenaars die dit doen.
Maar als je als klooster echt indruk wilt maken laat je een gigantische klok luiden.
Een diepgaand gesprek met een priester is vaak heel interessant. Waar kloosterlingen celibatair leven, zijn de parochie-'preots' gewoonlijk getrouwd. Wie raadsman wil zijn voor echtparen, moet zelf ervaring hebben met een vrouw. Breder dan wat in de vorige zin staat kan het echter niet zijn. Vrouwen in het ambt, dat is onbestaanbaar en vrouwen krijgen dus altijd advies en pastoraat van een man. Als je hierover vragen stelt, loopt het gesprek vast op de traditie, die volgens de priesters terug te voeren is op Gods Woord en Wil. Dat zegt natuurlijk niets over de pastorale capaciteiten van de herder in kwestie, maar toch: in gesprekken over Christendom en theologie ben ik nooit verder gekomen dan de traditionele uitgangspunten waar niet over te praten is. Wie daar toch vragen over stelt, wordt uiteindelijk toch gezien als een westerling die de gelovige van het rechte pad wil lokken.
Een enkele priester, zoals vader Justin Pârvu stond zo open voor mensen, dat hij ook voorbij de regels keek. Hij overleefde vele jaren van dwangarbeid onder het Ceauşescu regiem vanwege dezelfde instelling: mensen zag hij altijd als belangrijker dan de regels waaraan ze moesten voldoen. Natuurlijk kwam hij daardoor later ook in conflict met zijn meerderen in de Orthodoxe kerk, die sterk hiërarchisch is georganiseerd. Hij stichtte zijn eigen klooster in Petru Voda, waar hij na zijn dood door de gewone mensen nog steeds zo ongeveer vereerd wordt als een heilige.
Gabriël, nu staande voor het altaar, zegt dat deze man eens zijn leven heeft gered toen hij ernstig ziek was en daardoor nu een onwankelbaar gelovige is geworden... Alexandra heeft Justin in gesprekken leren kennen als iemand die iedereen helemaal doorzag en haar veel vertrouwen gaf, daarbij het 'zelf denken' voorop stellend.
Interieur van een Oosters Orthodoxe kerk.
Boven op de berg.
Meer uitzicht of dichter bij God?
Vrouwenklooster Camarzani
Mannenklooster Sfînta Mina