Păstrăveni is een dorpje, een kilometer of 15 ten zuidoosten van Târgu-Neamţ, in Roemeens Moldavië. Het tehuis voor verstandelijk beperkte kinderen is een groot, laag en wit gebouw, met een groot groen hek erom heen. Door dat hek rijden we langzaam met onze bus naar binnen.
Er is een groot grasveld met bomen. De weg op het terrein is modderig en die modder zit ook met dikke lagen op de jongetjes, die op ons af komen hollen.
Een enkeling roept ‘Bună ziua!’ Goeiedag!
Maar de meeste hebben andere interesses. ‘Gumma, gumma, kauwgum!’
Marjanke heeft de snoepvoorraad onder haar beheer en verdwijnt als een rattenvangster van Hamelen met een schare kinderen achter zich aan naar binnen.
‘Bună diminiată, goeiemorgen!’
Marjanke en ik zitten in Roemenië. En we hebben jullie heel wat te vertellen. Over de mensen die we daar hebben ontmoet en voor wie jullie de zorg op je hebben genomen. Daarbij zullen we nogal eens wat Roemeense namen en woorden gebruiken. Kinderen in Roemenië hebben nu eenmaal Roemeense namen en wonen in Roemeense plaatsen. Om het voor jullie wat overzichtelijk te houden, zal op een prikbord bij de kantine binnenkort informatie over ons project verschijnen. Die informatie zal regelmatig worden ververst, zodat je goed op de hoogte blijft.
Eerst even over de organisatie. Wij met zijn allen verzamelen geld dat in Roemenië wordt besteed aan tehuizen voor gehandicapte kinderen en volwassenen. De organisatie daarvan gebeurt door de Stichting Friesland-Roemenië, die meteen na de val van dictator Ceauşescu de hulpverlening is gestart in samenwerking met het Rode kruis. Er is ook een deel van de stichting, dat hulp aan ziekenhuizen verzorgt, maar daar houden wij ons niet mee bezig.
Waarom helpen wij juist de verstandelijk beperkte mensen? Omdat die het in Roemenië erg moeilijk hebben. De bevolking van het land is erg arm en het geld dat ze hebben besteden ze liever aan zieken die weer kunnen gaan werken als ze beter zijn. Mentaal gehandicapten en ongeneeslijk zieken komen op de laatste plaats.
Ze zijn weggestopt in speciale tehuizen, hadden geen bezittingen, nauwelijks kleren aan en lagen met twee of drie in één bed, in elkaars diarree, op de dood te wachten.
In de paar jaar dat er nu hulp vanuit het westen wordt geboden, is de situatie in die tehuizen al verbeterd. Wij hebben dat gelukkig met eigen ogen kunnen zien. Kijk maar even verder mee.
In de speelzaal is het een drukte van belang. Enkele kinderen kijken televisie, maar als wij binnenkomen is dat afgelopen. De moedigste kinderen vinden het schitterend als ze hoog de lucht in worden gegooid en weer opgevangen.
Een paar anderen zitten angstig naar die vreemde mensen te kijken. Een klein meisje kruipt bij een van onze dames op schoot en klemt zich zachtjes huilend aan haar vast, terwijl ze zachtjes “Mama, Mama” roept. Het lijkt wel of ze denkt dat haar moeder haar is komen halen. Maar kent ze haar eigen moeder dan niet?
Om je heen zie je de hoopvolle blik van kinderen die weten, dat deze vreemdelingen dingen komen brengen, die het leven de moeite waard maakt.
Buiten moet een vrachtwagen met babyvoeding, melkpoeder, kinderkleding, schoenen en de uitrusting voor een fikse speeltuin worden uitgeladen. De grootste jongens helpen sjouwen.
‘Mă cheamă Maradonna!’ roept haantje de voorste. ‘Ik heet Maradonna!’
Hij krijgt twee balken voor de speeltuinauto te dragen, maar dat is veel te weinig, vindt hij. ‘Sînt putérnic, foarte puternic!’ Ik ben héél erg sterk! Zece! Hij wil er wel tien! En zo sjouwt Maradonna zijn vracht naar het veld onder de bomen, een spoor van gevallen palen achterlatend. Onvermoeibaar helpen de jongens uitladen. Op een gegeven moment krijgt Maradonna een anderhalve meter grote speelgoedbeer te pakken en staat die niet meer af. Hij verdwijnt achter de opslagloods om naar de boomgaard met appel- en pruimenbomen. Die zien we voorlopig niet meer terug.
Als we de volgende morgen terugkomen, zetten we de speeltuin in elkaar: de balkenauto in de vorm van een Volkswagen, waar de kinderen in kunnen zitten en op kunnen klimmen. En dan via de glijbaan er weer vanaf. Daarnaast een groot frame met een aantal schommels. Beide betaald uit onze maandagcollecte. Na de winter zullen alle speeltuigen worden geplaatst die van hout zijn gemaakt. Nu al plaatsen we de grote gekleurde schommelolifant en een stel beesten op sterke stalen veren, die je hier voor winkels ook wel eens ziet. Als het goed gaat hebben wij die met zijn allen tegen de kerst ook bij elkaar gespaard.
Als we de poort weer uitrijden, staat Maradonna achter het portiershok. Hij wiegt de beer heen en weer, stijf tegen zich aan gedrukt. Met glunderende ogen roept hij ‘Mulţumesc, mulţumesc mulţi!’
Ik geef het bij deze door: dank je wel, ontzettend bedankt.
Ons antwoord was en is: Cu plăcere, graag gedaan!